Nieuws

GRROW: jonge generatie drinkwatermensen onderzoekt de toekomst

Vooruitkijken naar de drinkwatervoorziening in 2070 via intergenerationele dialogen

Hoe ziet de Nederlandse drinkwatervoorziening eruit in 2070? Om die vraag te beantwoorden, gaan binnen het verkennende onderzoeksproject GRROW juist jonge mensen aan het werk. Zij zullen er immers nog bij zijn. Ze bevragen hun oudere collega’s en bouwen met de verzamelde informatie samen toekomstbeelden. Wat verandert in de toekomst, wat blijft juist hetzelfde? En waarom doen drinkwaterbedrijven wat ze doen? Het project richt zich op de ontwikkeling van een nieuwe methode voor toekomstonderzoek via intergenerationele dialogen. Tegelijkertijd brengt het de jonge generatie drinkwatermensen bij elkaar – en vervult daarmee een behoefte van veel jonge mensen in de drinkwaterwereld. Als het goed is, blijven zij ook samen naar de toekomst kijken. Want, zoals een van de deelnemers het uitdrukt: “Het komt niet over 50 jaar vanzelf goed.” Lees meer in een gesprek met KWR-onderzoekers Nicolien van Aalderen en Els van der Roest en GRROW-deelnemers Joost de Munk en Daan Wesselman. En meld je vooral aan als je ook mee wilt doen!

Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Dat geldt ook voor drinkwaterbedrijven. Gelukkig komen de laatste jaren steeds meer jonge medewerkers in dienst bij drinkwaterbedrijven én bij KWR. Dat is prachtig, want er zijn ook veel medewerkers die bijna met pensioen gaan. Jonge mensen kunnen de opgebouwde kennis helpen behouden. Maar hebben zij ook voldoende invloed op de toekomst van de drinkwatervoorziening, die op hun generatie logischerwijs meer impact zal hebben dan op oudere werknemers? Binnen het collectieve onderzoek voor de waterbedrijven start momenteel een Verkennend onderzoek naar deze en andere vragen. Het project GRROW (Generational and Radical Rethinking Of the Watersector) focust op het ontwikkelen van toekomstbeelden voor de drinkwatervoorziening in 2070. Wat zou hetzelfde kunnen blijven? Wat zou radicaal anders kunnen zijn?

Nicolien van Aalderen, KWR: “Met de kennis die ze zelf verzamelen, gaat de jongere generatie gezamenlijk de basisaannames voor de toekomst uitwerken en de beelden vormen van de toekomst van de drinkwatersector in 2070.”

Via intergenerationele dialoog naar toekomstbeelden

Hoofdonderzoeker Nicolien van Aalderen (KWR) heeft samen met haar collega’s een nieuwe methode uitgedacht voor het opstellen van toekomstbeelden: laat juist de jonge mensen bij waterbedrijven en jonge onderzoekers hun oudere collega’s bevragen over de paradigma’s en drijfveren achter de keuzes van drinkwaterbedrijven. Welke basisaannames hanteert de drinkwatersector en wat zijn de belangrijkste uitgangspunten voor de inrichting van de keten? Deze intergenerationele interviews zullen niet alleen waardevolle informatie opleveren, maar versterken ook de dialoog binnen de individuele organisaties. Van Aalderen: “Met de kennis die ze zo zelf verzamelen, gaat de jongere generatie gezamenlijk de basisaannames voor de toekomst uitwerken en de beelden vormen van de toekomst van de drinkwatersector in 2070.”

Jongerennetwerk dat onderzoek en praktijk verbindt

Van Aalderen: “We gaan de jonge mensen die meewerken aan dit programma een jaar lang begeleiden, bijvoorbeeld via workshops. Zo realiseren we ook een ander belangrijk doel: een netwerk creëren van jonge mensen in de Nederlandstalige drinkwatersector, waarin zij ervaringen kunnen delen en waardevolle connecties kunnen vormen tussen onderzoek en praktijk. Zo kunnen ze samen meer impact krijgen op de Nederlandse watersector en bijvoorbeeld een impuls geven aan de onderzoeksagenda voor de sector – in eerste instantie vooral op drinkwatergebied, zoals het BTO. Nu ligt die agenderende functie vooral bij het hogere management en senior onderzoekers.”

Het netwerk krijgt daarmee een andere rol dan de bestaande jongerennetwerken in de watersector. KWR Early Career, Jong Vitens, Jong Waternet en Jong PWN richten zich bijvoorbeeld op slechts één instituut of bedrijf. Bredere netwerken zijn vooral gericht op netwerken (zoals Jong KNW), het opleiden van nieuwe mensen (Nationaal Watertraineeship) of gericht op één event met studenten en jong professionals uit binnen- en buitenland (Wetskills). KWR-onderzoeker Els van der Roest : “Een jongerennetwerk dat zich richt op toekomstontwikkelingen en het kritisch heroverwegen van de sector kan daarop een waardevolle aanvulling zijn, dit kan bijvoorbeeld een soort denktank zijn die elk jaar of om het jaar een onderzoeksproces doorloopt om toekomstbeelden te genereren en aan te scherpen. In GRROW verkennen we hoe dit netwerk er uit kan zien en hoe het ingericht kan worden.”

Roest Els van der web

Els van der Roest, KWR: “Een jongerennetwerk dat zich richt op toekomstontwikkelingen en het kritisch heroverwegen van de sector kan een waardevolle aanvulling zijn op bestaande netwerken.”

Nieuwe methode voor toekomstonderzoek

Dit verkennend onderzoek is een mooi voorbeeld van leren door doen. Diverse KWR-onderzoekers gaan het komende jaar samen met de deelnemers vormgeven aan de nieuwe methode, van het voeren van intergenerationele dialogen en het identificeren van paradigma’s en basisaannames tot het schetsen van toekomstbeelden. Van Aalderen: “Een spannend element is dat we niet zelf als onderzoekers de ervaren werknemers en onderzoekers gaan ondervragen, maar juist de jonge mensen vragen om die dialogen te voeren. We geven dus flink wat controle over het eindresultaat uit handen. Dat vereist heel goed nadenken en afspraken maken over de methode – tegelijkertijd betrekt het de jongere drinkwatermensen juist sterker bij het ontwikkelen van een methode die hun inbreng in de agendering in de sector moet versterken. Dat ‘grr’ in GRROW staat ook wel een beetje voor de verwachting dat ‘jonge honden’ de boel een beetje opschudden, onder het motto: ‘radical rethinking’ hopen we een fundamentele discussie aan te gaan. Zijn de uitgangspunten van de sector nog wel bestand voor de toekomst?”

Van Aalderen en Van der Roest willen uiteindelijk de nieuwe methode ook breder inzetten. Van der Roest: “We kiezen nu om dit onderzoek te begrenzen tot de toekomst van de drinkwatervoorziening, maar op termijn hopen we deze nieuwe methode ook te gebruiken om vraagstukken voor de bredere watersector of de energiesector onder de loep te nemen. Dat kan op verschillende schaalgroottes: van een sector overstijgend onderwerp als klimaatverandering tot kleine, regionale vraagstukken rond waterhergebruik.”

Wie doet er mee?

De eerste deelnemers voor GRROW bereiden zich al voor, maar er is zeker nog plaats voor meer jonge mensen uit (drink)waterbedrijven of wateronderzoek die in het traject mee willen doen. Van Aalderen: “Jonge mensen die in de drinkwatersector werken kunnen contact met ons opnemen als deze manier van met de toekomst en met de jongere generatie bezig zijn ze aanspreekt. We hebben geen harde grens voor het aantal deelnemers en het project start de komende weken op. Iedereen uit de drinkwatersector onder de 35 is nog welkom.” Aanmelden kan eenvoudig via dit formulier, en dan liefst voor 31 maart.

Daan Wesselman: “Ik verheug me erop mensen van andere bedrijven en KWR te ontmoeten en te kijken of het beeld dat bij ons in Groningen leeft over de toekomst, overeenkomt met dat van mijn generatiegenoten bij andere waterbedrijven.”

Even voorstellen

Joost de Munk en Daan Wesselman hebben zich inmiddels aangemeld om mee te doen met GRROW. De Munk is sinds drie jaar procestechnoloog bij Waternet en houdt zich onder andere bezig met waterkwaliteit, monitoring van de drinkwaterkwaliteit, vergunningen en hoe de zuivering er in de toekomst uit moet gaan zien. Wesselman werkt sinds een jaar op de afdeling Strategie en Onderzoek van Waterbedrijf Groningen, waar hij zich richt op langetermijnstrategieën, vooral rond waterkwantiteit: “Mijn werk draait om de vraag hoe het leidingnet er over twintig jaar uit moet zien, zodat nog steeds overal water uit de kraan komt. Daarvoor doe ik veel berekeningen en data-analyse.”

Motivatie: voorbereiden op de toekomst, kennisbehoud…

Wat was voor Wesselman en De Munk de motivatie om met GRROW mee te doen? Een goede voorbereiding op de toekomst van de drinkwatervoorziening en behoud van kennis spelen bij beiden mee. De Munk: “Het project sluit helemaal aan op mijn werkveld. Waternet moet zijn drinkwaterproductie gaan uitbreiden en heeft dus een goed beeld van de toekomst nodig om daarin de juiste keuzes te maken. Tegelijkertijd gaan veel van mijn collega’s nu richting hun pensioen. Een deel van mijn taak is om te zorgen voor continuïteit en hun kennis over te nemen. Naast mijn eigen taken, leer ik daarom ook het werk van mijn collega’s.”  Wesselman staat voor eenzelfde uitdaging: “Het overdragen van kennis van oudere werknemers naar de jongere generatie gaat bij ons ook een steeds grotere rol spelen. Dat kun je natuurlijk ‘van hoofd naar hoofd’ doen, maar idealiter zou ik daarvoor een gestructureerde aanpak willen zien. Daarmee ondervang je ook dat tegenwoordig mensen veel minder geneigd zijn om hun hele leven bij hetzelfde bedrijf te blijven – je moet de kennis dus niet alleen in hoofden hebben, maar vastleggen.” In gesprek gaan met gevestigde collega’s is voor beiden dus geen onbekende opgave.

… en meer generatiegenoten ontmoeten

Daarnaast verheugen zowel Wesselman als De Munk zich op de contacten met andere generatiegenoten in de Nederlandse drinkwatersector. De Munk: “Begrijp me niet verkeerd, de laatste jaren krijg ik er steeds meer jonge collega’s bij, maar mijn team bestaat nog steeds overwegend uit oudere mensen. Ik wil graag ervaringen delen met generatiegenoten en ook horen hoe het er bij collega-bedrijven aan toe gaat. We kunnen van elkaar leren, ideeën delen en zo bijvoorbeeld voorkomen dat elk bedrijf apart het wiel moet uitvinden bij het verbeteren van processen. Ik wil graag verder kijken dan alleen mijn eigen bedrijf.”  Wesselman: “Waterbedrijf Groningen is een relatief klein bedrijf, dus er zijn bij ons ook minder generatiegenoten in dienst. Ik verheug me erop mensen van andere bedrijven en KWR te ontmoeten en te kijken of het beeld dat bij ons in Groningen leeft over de toekomst, overeenkomt met dat van mijn generatiegenoten bij andere waterbedrijven.”

Invloed van de jongere generatie

Overigens vinden beiden dat ze ook nu al invloed krijgen op het beleid en de ontwikkeling binnen hun eigen organisaties. “Ik voel me zeker betrokken bij toekomstbeslissingen van Waternet,” zegt De Munk. “Ik zit in de projectgroep die kijkt naar uitbreiding van de productiecapaciteit en zie hoe daar beslissingen worden genomen. We leveren allemaal onze kennis, ideeën en ervaring aan en via een gezamenlijk afweging komen we dan tot één optie. Er is zeker ruimte voor mijn inbreng.” Wesselman: “Ik ervaar helemaal geen hiërarchie op basis van leeftijd binnen Waterbedrijf Groningen,” zegt Wesselman. “Nieuwe, jonge collega’s worden serieus genomen en gewaardeerd om de vaardigheden die ze meebrengen, zoals met programmeren en digitalisering.”

Jongere werknemers brengen dus onder andere meer digitale vaardigheden mee. En wat nog meer? De Munk: “Jongeren voegen bijvoorbeeld meer diversiteit toe aan een bedrijf, en teams met zoveel mogelijk verschillende mensen ontwikkelen betere ideeën en presteren beter.”

Wat verwachten ze van het project?

Wesselman: “Ik vind het gewoon leuk om mee te doen, generatiegenoten te ontmoeten en een netwerk op te bouwen. Als je in de sector blijft werken, is het goed om generatiegenoten te kennen. Dat vind ik een groot winstpunt van dit project. Verder ga ik er heel open in.” De Munk vult aan: “Voor mij geldt hetzelfde, en natuurlijk ben ik ook heel benieuwd hoe het project verloopt en wat er voor toekomstbeelden uit komen. De dialogen met de oudere generatie lijken me heel interessant. Natuurlijk gaan wij allebei vanuit onze functies al regelmatig dialogen aan met onze meer ervaren collega’s en ik verwacht eigenlijk dat er meer overlap tussen de generaties is dan je in eerste instantie zou denken. Volgens mij zijn veel van mijn collega’s behoorlijk jong van geest. En jong en oud staan toch achter dezelfde doelen: zorgen dat er altijd voldoende, veilig en schoon drinkwater is. Oudere collega’s zijn misschien wat minder betrokken bij klimaatverandering en de jongere generatie die met de dreiging van klimaatverandering is opgegroeid.”

“Ik verwacht ook geen moeilijke gesprekken,” zegt Wesselman. “Bij Waterbedrijf Groningen staan mijn collega’s absoluut open voor nieuwe ideeën en accepteren ze die ook, dus ik verwacht op gespreksniveau niet echt weerstand en juist een goede uitwisseling. Onze medewerkers vinden dat we aan innovaties of digitalisering moeten doen, maar stappen zetten in de praktijk blijkt vaak lastig, dat gaat niet altijd even snel. Er wordt immers vaak al decennia op een bepaalde manier gewerkt, en dat gaat meestal goed. Waarom zou je dan veranderen?” De Munk herkent dit: “Dat merk ik bijvoorbeeld als het om het opbouwen van een goed kennissysteem en protocollen gaat. Alles gaat goed, oudere collega’s beseffen echt wel dat zo’n systeem nodig is, maar ze hebben het zelf niet nodig en geven het in de drukte van elke dag minder snel prioriteit.”

Joost de Munk: “Jongeren voegen meer diversiteit toe aan een bedrijf, en teams met zoveel mogelijk verschillende mensen ontwikkelen betere ideeën en presteren beter”.

De drinkwatervoorziening in 2070

GRROW richt de blik behoorlijk ver vooruit: de toekomstbeelden die de deelnemers aan GRROW gaan ontwikkelen focussen op 2070. Waarom op die lange termijn? Van Aalderen: “Nou, dan is de jonge generatie er hopelijk nog, maar wel inmiddels (bijna) met pensioen. Het is dus een tijd die ze nog mee kunnen maken. Tegelijkertijd ligt die horizon zo ver weg, dat het ruimte creëert voor echt fundamentele heroverwegingen. En dat die toekomst nog zo ver weg lijkt, geeft gevoelsmatig ook meer vrijheid.”

De Munk vindt het op dit moment nog best moeilijk om een beeld op te roepen van 2070: “Ik verwacht dat de logica van centrale drinkwaterproductie en distributie via een fijnmazig leidingnet zal blijven en dat de waterkwaliteit alleen nog maar beter zal worden. Maar we moeten onderweg naar 2070 wel gaan kiezen: meer water gaan produceren omdat de vraag stijgt, of juist besparingscampagnes starten. Belangrijke keuzes, want wat we nu bouwen, zal er in 2070 nog staan.”

Wesselman voorziet dat er ook ver voor 2070 belangrijke aanpassingen moeten komen vanwege klimaatverandering. “In Groningen hebben we nu al last van brakwater door zeespiegelstijging en dus een verminderde zoetwaterbeschikbaarheid. De kans bestaat dat we meer brakwater, zee- of regenwater gaan gebruiken voor huishoudelijk en industrieel gebruik en misschien zelfs ook om te drinken. En dat we in huishoudens water meer gaan hergebruiken, bijvoorbeeld uit de douche. De vraag is hoe de waterbedrijven daar direct of indirect bij betrokken zullen zijn. En natuurlijk verandert het landschap, omdat we het water dat in de winter valt langer willen vasthouden om droogte in de zomer te bestrijden.”

Hoe gaan de deelnemers en de onderzoekers verder als GRROW over een jaar nieuwe toekomstbeelden heeft opgeleverd? Van Aalderen: “Als het goed is, hebben we dan een verbinding gecreëerd tussen de jonge generatie in de drinkwatersector, de gesettelde generatie en de toekomst. De resultaten van het project willen we delen met alle generaties in de drinkwatersector, bijvoorbeeld via een symposium. En denken over de toekomst blijft natuurlijk altijd doorgaan. Hopelijk hebben we over een jaar een stevige basis gelegd voor een netwerk dat blijft werken aan een goede voorbereiding op de toekomst.” “Want,” bevestigt Wesselman, “Ik heb vertrouwen in de toekomst, maar er moeten echt wel stappen gezet worden. Het komt niet over 50 jaar vanzelf goed.”

delen