Nieuws

Kaderrichtlijn Water: de tijd dringt

In 2027 de kwaliteit van ons grond- en oppervlaktewater op orde: gaan we het halen?

De Kaderrichtlijn Water (KRW), door de Europese Unie ingesteld in 2000, schrijft voor dat uiterlijk in 2027 de kwaliteit van het Europese oppervlaktewater en grondwater op orde moet zijn. Na twee keer uitstellen van de deadline – in 2015 en in 2021 – dreigt Nederland de boot te missen. Ook de drinkwatersector stroopt de mouwen op om met de noodzakelijke inspanningen het tij te keren. Om de problematiek in kaart te brengen, stelde KWR in opdracht van Vewin – drie prikkelende factsheets op; over de stikstofaanpak, opkomende stoffen en medicijnresten. Elke factsheet vat de problematiek én de oplossingsrichtingen kort en beeldend samen, primair voor politici en bestuurders, en ook voor het algemeen publiek.

Drinkwaterdoelen meenemen in stikstofaanpak

Ecohydroloog Arnaut van Loon is bij KWR werkzaam op het gebied van vernatting, zoetwaterbeheer en grondwaterbescherming. Hij zegt: “Om te voldoen aan de KRW-richtlijnen voor de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater, geldt voor nitraat in grondwater de norm van 50 mg/liter als bovengrens. Nederland is verplicht om (grond)water dat bestemd is voor drinkwaterproductie zodanig te beschermen dat de kwaliteit ervan niet achteruitgaat én de zuiveringsinspanning voor de productie van drinkwater vermindert”. 

Na een aanvankelijke daling van het stikstofoverschot in de landbouw, lijkt dit sinds 2010 weer toe te nemen. Daarmee stijgt eveneens uitspoeling van nitraat naar het grondwater. Vooral in Zuid- en Oost-Nederland zijn hierdoor extra inspanningen nodig voor de drinkwaterproductie, want de bodem in die regio is van nature gevoelig voor nitraatuitspoeling. 

Volgens Van Loon vraagt de huidige situatie nadrukkelijk dat drinkwaterdoelen onderdeel uitmaken van de landelijke stikstofaanpak. “Robuuste en snel uitvoerende maatregelen, die ook perspectief bieden voor agrariërs, zijn nodig. In dit speelveld biedt het Nationaal Programma Landelijk Gebied kansen om in bestaande maatregelen voor natuurherstel, waterkwaliteit en klimaatadaptatie, de drinkwaterdoelen mee te nemen. De noodzakelijke koers hiervoor is een emissiearme landbouw die aan alle milieudoelen voldoet, inclusief die voor de bronnen die in ons drinkwater voorzien”. 

Figuur 1. Nitraat bedreigt de grondwaterkwaliteit. Om gewassen maximaal te laten groeien wordt stikstof als kunstmest en dierlijke mest op de bodem gebracht. Een deel van de stikstof wordt door de wortels van gewassen opgenomen en via de oogst afgevoerd. Het restant spoelt grotendeels als nitraat uit naar het grondwater. Dit tast de kwaliteit van grondwater voor drinkwaterproductie aan. Voor drinkwaterproductie uit oppervlaktewater is stikstof niet relevant.

Opkomende stoffen: adequate bronaanpak op nummer 1 

In het kader van de KRW worden nieuwe, opkomende stoffen die drinkwatervoorziening kunnen bedreigen, gemonitord. Bij de signaleringswaarde van 0,1 microgram per liter moeten risico’s van de stof snel in beeld worden gebracht, inclusief (wanneer noodzakelijk) een hiervan afgeleide veilige drinkwaterrichtwaarde. “Hoewel het drinkwater voldoet aan de normen”, zegt Inge van Driezum, onderzoeker grond- en oppervlaktewaterkwaliteit in het team Ecohydrologie, “stijgen de zuiveringsinspanningen voor het produceren van drinkwater.” 

“We zien de aanwezigheid van opkomende stoffen in bijna alle winningen uit oppervlaktewater en oeverfiltraat, samen goed voor 40% van onze Nederlandse drinkwaterbronnen”, vervolgt Van Driezum. Ook enkele grondwaterbronnen – leveranciers van de overige 60% – zijn niet vrij van deze bedreiging. Drinkwaterbedrijven kunnen weliswaar nog steeds voldoen aan de kwaliteitseisen voor drinkwater, maar soms gaat dit gepaard met noodzakelijke uitbreidingen van de zuiveringstechnieken. Dit staat haaks op de doelen van de KRW. 

“Om verdere achteruitgang in de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater te voorkomen, verdient bronaanpak de hoogste prioriteit, zowel in Europa als in Nederland”, aldus Van Driezum. “Dit sluit goed aan bij de Europese basisprincipes zoals het voorzorgsbeginsel en het principe dat de vervuiler betaalt. Voor deze bronaanpak moeten (EU) regels worden aangescherpt en binnen onze landsgrenzen adequaat worden uitgevoerd.” 

Figuur 2. Grond- en oppervlaktewaterkwaliteit verslechteren. Regelmatig stoppen waterbedrijven de inname van rivierwater uit Maas en Rijn omdat de oppervlaktewaterkwaliteit onvoldoende is. Dit komt door ‘opkomende stoffen’: onbekende, niet (wettelijk) genormeerde stoffen waarvan de schadelijkheid nog niet (volledig) is vastgesteld (zoals GenX). Ook in grondwater worden opkomende stoffen gevonden. Het drinkwater voldoet aan de normen, maar als verbetering van de bronnen uitblijf zal het produceren van drinkwater een steeds grotere zuiveringsinspanning vergen.

Hoogste prioriteit voor aanvullend zuiveren in de strijd tegen medicijnresten

Thomas ter Laak, senior onderzoeker Chemische Waterkwaliteit bij KWR, vertelt over ontwikkelingen rond medicijnresten in de waterketen. “Jaarlijks komt zo’n 190 ton aan medicijnresten via urine en ontlasting van mensen in ons oppervlaktewater terecht. Met een stijgend medicijngebruik in Nederland, neemt deze hoeveelheid toe. Ook komen er steeds meer medicijnen bij. Ondanks zuiveringsinspanningen op de rioolwaterzuiveringen dringen medicijnen door in de waterketen, wat extra zorgelijk is in droge periodes omdat dan het aandeel afvalwater in de meeste oppervlaktewaterentoeneemt, en daarmee ook concentraties van medicijnresten.” 

Met uitgebreide monitoring, een signaleringswaarde voor medicijnresten van 1 microgram per liter, en een goede drinkwaterzuivering, zijn er nu nog geen risico’s voor de drinkwaterkwaliteit. Maar om dit voor de toekomst zo te houden, is meer actie nodig. 

Figuur 3. De hoeveelheid medicijn(resten) van productie, gebruik en de waterketen tot aan drinkwater verloopt van 100% naar minder dan 1% en vervolgens door de drinkwaterzuiveringsmethoden ver onder de risicogrenzen.

De grootste winst voor de oppervlaktewaterkwaliteit valt te halen uit het aanvullend zuiveren van afvalwater op de rioolwaterzuiveringsinstallaties waar medicijnresten uit huishoudens en zorginstellingen samenkomen, denkt Ter Laak. “Dit is tevens het meest praktisch in de uitvoering. Dit betekent echter dat de waterschappen in actie moeten komen terwijl zij niet de emissies veroorzaken.  Vanuit het beginsel ‘de vervuiler betaalt’ – onderdeel van een strengere richtlijn van de Europese Commissie die naar verwachting in 2024 van kracht wordt – zouden producenten, de medische sector en huishoudens hieraan moeten bijdragen.”

delen