Nieuws

Kwaliteit van bronnen voor drinkwater steeds meer onder druk

Een overzichtsstudie van KWR naar de kwaliteit van Nederlandse drinkwaterbronnen laat zien dat de bronnen sterk beïnvloed worden door bestaande en nieuwe bedreigingen. Het aantal stoffen en de concentraties van nieuwe opkomende stoffen die drinkwaterbedrijven nu aantreffen in oppervlaktewater en grondwater zorgen ervoor dat de kwaliteit van deze bronnen onder druk staat. De drinkwaterkwaliteit is nu nog van hoge kwaliteit en zeer betrouwbaar. Als verbetering van de bronnen uitblijft, zal het produceren van drinkwater in komende jaren een steeds grotere zuiveringsinspanning vergen. Vewin-voorzitter Peter van der Velden overhandigde de studie over de kwaliteit van de drinkwaterbronnen vandaag aan Cora van Nieuwenhuizen, minister van Infrastructuur en Waterstaat.

Het Nederlandse drinkwater wordt gemaakt van (oever)grondwater en oppervlaktewater. De kwaliteit van deze drinkwaterbronnen bepaalt hoeveel technische inspanningen de drinkwaterbedrijven moeten leveren om water te zuiveren tot drinkwaterkwaliteit. KWR heeft de toestand van de Nederlandse drinkwaterbronnen in beeld gebracht door een overzicht te maken van grotendeels openbare overzichtsrapporten en wetenschappelijk onderzoek en zo de belangrijkste informatie over de kwaliteit van de bronnen van drinkwater bijeen te brengen en in samenhang te presenteren. Uit dit rapport blijkt dat de drinkwaterbronnen sterk onder druk staan en dat hun kwaliteit door verschillende oorzaken verslechtert. Dit staat haaks op Nederlandse en Europese afspraken dat de bronnen voor drinkwater niet mogen verslechteren. De drinkwaterbedrijven dringen er daarom op aan om tijdig maatregelen te nemen.

Grondwater: steeds meer stoffen en risico’s

Het grondwater als bron voor drinkwater raakt op steeds grotere diepten en met steeds meer stoffen verontreinigd. Dit leidt tot een gestage, langdurige en waarschijnlijk onomkeerbare verslechtering van de grondwaterkwaliteit. Boosdoeners zijn vooral nitraat, bestrijdingsmiddelen, oude bodemverontreinigingen en verzilting. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat sporen van industriële stoffen en (dier)geneesmiddelen op steeds grotere schaal in het grondwater voorkomen. Nieuwe activiteiten in de ondergrond, zoals geothermie of de opslag van warmte en koude, vormen ook een risico voor grondwatervoorraden.

Oppervlaktewater: stoffen, verzilting, antibioticaresistentie en klimaatverandering

Ook het oppervlaktewater heeft te maken met meer en meer bedreigingen en deze druk neemt in de toekomst waarschijnlijk alleen maar toe. Concreet gaat het vooral om bestrijdingsmiddelen, verzilting, medicijnresten en opkomende stoffen. Daarnaast wordt steeds duidelijker dat microplastics, nanomaterialen en antibioticaresistentie een bedreiging kunnen vormen. Klimaatverandering zal de kwaliteit waarschijnlijk negatief beïnvloeden, onder andere door meer verzilting en minder verdunning van verontreiniging door lagere rivierafvoeren.

Drinkwaterbedrijven en Vewin maken zich zorgen

KWR heeft dit wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse drinkwaterbedrijven en de Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin). Zij vinden dat de studie een zorgelijk beeld oplevert. Vewin schrijft: “Het is twee voor twaalf voor de Nederlandse drinkwaterbronnen”, en benadrukt dat meer maatregelen om de kwaliteit van de bronnen te verbeteren absoluut noodzakelijk zijn.

delen