Nieuws

Voorbij je eigen grenzen kijken

Joost Louter (Waternet) en Karel van Laarhoven (KWR) over resultaten en plannen van de Themagroep Distributie

In 2024 is het nieuwe Waterwijs/WiCE-programma gestart, met bekende en nieuwe thema’s. In een interviewreeks kijken onderzoekers en voorzitters van de themagroepen terug én vooruit. Wat is er bereikt en waar liggen de ambities? Dit keer in gesprek met voorzitter Joost Louter (Waternet) en coördinator Karel van Laarhoven (KWR) van het thema Distributie. Het leidingnet van de drinkwaterbedrijven is complex, duur, en volledig vervlochten met de publieke ruimte. Een breed Waterwijsthema als Distributie vraagt erom dat je voorbij je eigen grenzen kijkt. 

Drukte in de ondergrond vraagt om een integrale aanpak

Het is de grootste uitdaging van zijn groep voor de komende tijd, denkt Louter. En het vraagt om een integrale aanpak: de aansluiting van onderzoek naar het leidingnetwerk op de energietransitie. Het is een van de manieren waarop de themagroep Distributie invulling geeft aan het verbreden van zijn blikveld. “Er ligt een flinke opgave voor veel beheerders van infrastructuur in de openbare ruimte”, zegt Louter. Met name in de stedelijke omgeving. Om dit met voldoende tempo te realiseren, moeten we samenwerken. Met gemeenten, energiebedrijven en alle andere relevante partijen. De beperkte ruimte ondergronds vraagt om nieuwe manieren van leidingnetten aanleggen. Misschien gestapeld, misschien meer de diepte in. Ook inspectietechnieken vereisen aanpassingen om beheertaken goed te kunnen blijven uitvoeren. Een puzzelstukje dat we vanuit Distributie kunnen aanreiken is het prioriteren waar je de opgave het eerst zou willen aanpakken. 

Overlap met andere thema’s

Vanuit het onderzoeksperspectief valt al snel de overlap op tussen de themagroep Distributie en andere Waterwijs-themagroepen. Een andere reden om je grenzen te verleggen. Zo blijkt wanneer Van Laarhoven toelichting geeft op de drie onderzoekslijnen: waterkwaliteit, strategisch ontwerp en onderhoud. “Met de themagroep Biologische Veiligheid werken we bijvoorbeeld al heel lang samen op waterkwaliteit in het leidingnet. We kennen elkaar goed, stemmen onderzoeken af en maken daar een samenhangend verhaal van. Voor het nieuwe thema Omgeving en Transities verwacht ik ook veel raakvlakken, gezien de opgaven rond de energietransitie. We hebben ruimte gereserveerd om te kijken welke onderzoeksvragen we gezamenlijk kunnen oppakken. Ik houd erg van die brede blik. Het is mooi om te zien hoe we met verschillende onderzoeken een bouwwerk maken dat consistent toewerkt naar goede veranderingen. We brengen de belangen van de drinkwaterbedrijven bij elkaar en vertalen dit in relevante plannen.”  

Impact maken gaat om continue aandacht

Van Laarhoven vindt dat themagroepleden elkaar ook buiten Waterwijs-verband moeten opzoeken. “Het is de kunst om juist voorbij dat ene onderzoeksproject te kijken, zodat er één groot netwerk ontstaat.” Dat standpunt begrijpt Louter heel goed. “KWR heeft de noodzaak om ook naar andere financiering te zoeken. En het heeft meerwaarde wanneer projecten bijvoorbeeld vanuit TKI en Europa in samenhang plaatsvinden met Waterwijs. Dan maak je werk met werk, wat de onderzoeksresultaten alleen maar positief kan beïnvloeden.” De vraag hoe drinkwaterbedrijven tegen Waterwijs zouden moeten aankijken als hún onderzoeksprogramma, is voor Louter aanleiding om het begrip ‘impact’ te nuanceren. “De laatste jaren ligt er veel nadruk op efficiëntie en toepasbaarheid van onderzoek. Natuurlijk is dat goed, maar ik vind dit iets te kort door de bocht. Er moet eveneens ruimte zijn voor inzichten die niet direct een link hebben met de huidige bedrijfsvoering. Daarmee creëer je namelijk de kans op iets totaal nieuws. Het gaat om de balans. Voor Van Laarhoven betekent ‘impact’ onder meer dat leden van de themagroep elkaar slimmer en beter maken. “Uiteindelijk heeft dit ertoe geleid dat je thuis het water uit de kraan kunt drinken zonder erbij na te hoeven denken. Impact is moeilijk op één plek aan te wijzen. Het gaat om continue aandacht.” 

Succesvolle implementatie

Als voorbeeld van succes uit de voorgaande BTO -nu Waterwijs periode noemt Louter het model Gondwana; een pakket dat streefstructuren voor drinkwaterdistributiesystemen kan berekenen. Wel plaatst hij de kanttekening dat het succesvol omarmen van zulke onderzoeksopbrengsten ook actieve aandacht van de drinkwaterbedrijven vereist.Succesvolle implementatie hangt af van de urgentie die eraan wordt gegeven”, verklaart hij. “Modellen genereren data, die moet je meenemen in bestaande werkprocessen. Hoe doe je dat? Drinkwaterbedrijven hebben hun eigen manier van werken, daarom is die implementatie niet altijd makkelijk. Er moet wel een echte drive zijn om dit te willen doen. Bij Waternet hebben we met zelfstandig gefinancierd onderzoek het Gondwana-pakket verder ontwikkeld om voor Amsterdam een streefstructuur te laten maken. Door zo’n BTO-resultaat voor een concrete casus in te zetten, levert het iets toepasbaars op. Voor de komende periode ziet Louter bijvoorbeeld mogelijkheden voor implementatie ontstaan met een spin-off van het TKI-project ENGINE. Hierin is door KWR, samen met Deltares, een model ontwikkeld dat de warmteoverdracht tussen bodem, drinkwater en warmtenetten in beeld brengt. Binnen Waterwijs-verband worden deze resultaten verder gebracht om de impact van klimaatverandering en de energietransitie op de waterkwaliteit beter inzichtelijk te maken. 

PVC en toekomstbestendig leidingnet

De verwachtingen van Van Laarhoven voor de komende Waterwijsperiode spitsen zich onder meer toe op PVC-leidingen. “Het klinkt misschien een beetje suf, maar ik kijk ernaar uit om hierover kennis te gaan opbouwen. Oude leidingmaterialen kennen we nu goed, met zestig jaar is PVC nog relatief nieuw. Het leidingnet heeft een lange levensduur en verandert daarom traag; je moet er met een lange termijn blik naar kijken. Daarnaast gaan we focus aanbrengen op het inbouwen van flexibiliteit in strategische ontwerpen. Hydraulisch gezien weten we precies waar een leidingnet aan moet voldoen. Maar de wereld om ons heen verandert razendsnel. Met de woningnood worden overal huizen uit de grond gestampt. De industrie groeit door. Hoe moet het leidingnet eruitzien om flexibel en toekomstbestendig te zijn?” 

We zijn allemaal collega’s

Voor Louter is de rol als voorzitter van de themagroep nieuw en hij hoopt de huidige goede sfeer te kunnen vasthouden. “Er is respect voor verschillen, dat helpt om kritisch te blijven over je eigen opvattingen. Daarnaast let ik erop dat KWR-onderzoekers niet op de stoel van de drinkwaterbedrijven gaan zitten, die neiging begrijp ik wel. Maar het is aan de sector zelf om een klap op besluiten te nemen, volgend op het onderzoek.” Ook voor Van Laarhoven zijn de mensen van de themagroep een aanwinst voor het werkplezier. Op de vraag of het voelt als collega’s, antwoordt hij volmondig ‘ja’. Met korte webinars die vorig jaar zijn geïntroduceerd, blijft iedereen op de hoogte van wat er speelt, zodat dit ook naar alle lagen van de eigen organisaties kan doorstromen. Van Laarhoven: “De themagroep is niet alleen bedoeld om de belangen van drinkwaterbedrijven te laten landen in het onderzoek, maar juist ook om resultaten hiervan te laten landen bij die bedrijven.” 

Van Laarhoven vindt dat themagroepleden elkaar ook buiten Waterwijs-verband moeten opzoeken. “Het is de kunst om juist voorbij dat ene onderzoeksproject te kijken, zodat er één groot netwerk ontstaat.” Links: Themavoorzitter Joost Louter (Waternet).

Meer informatie

Wil je meer weten hoe het BTO-thema Distributie bijdraagt aan een toekomstbestendige watersector? Neem hier een kijkje bij de projecten. Of lees hier meer over de Waterwijs/WiCE-Onderzoeksvisie 2024-2029. 

Themacoördinator: Karel van Laarhoven, KWR –

Themavoorzitter: Joost Louter, Waternet –

 

Lees meer in deze reeks:

delen