Nieuws

Waterhergebruik en ondergrondse berging: een logische combinatie

Duurzame zoetwatervoorziening voor de tuinbouw in Nieuw-Prinsenland

In Dinteloord (Noord-Brabant) heeft de Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij (TOM) een hoogstaande, duurzame zoetwatervoorziening gerealiseerd voor het ultramoderne glastuinbouwgebied ‘Nieuw-Prinsenland’. In deze verziltende omgeving met beperkte zoetwateraanvoer was de zoetwatervoorziening voor de 260 hectare glas een flinke uitdaging. Effluent van de naastgelegen suikerfabriek, in combinatie met innovatieve berging in de ondergrond, biedt echter soelaas dankzij een TKI-Watertechnologie-project van TOM met KWR.

Randvoorwaarde: zoet water

Continue beschikbaarheid van een zeer goede en betrouwbare kwaliteit zoet water is een randvoorwaarde voor de moderne intensieve glastuinbouw. Voor Nieuw Prinsenland (in ontwikkeling sinds 2010) was deze beschikbaarheid niet vanzelfsprekend. Voor het grootste gedeelte bood opvang van hemelwater in bovengrondse bassins soelaas, maar in droge perioden bleef er een fors tekort. De aanvoer van oppervlaktewater naar het gebied is beperkt en het grondwater is brak en wordt niet van nature wordt aangevuld. Daarom moest gezocht worden naar een alternatieve bron. Directeur Piet Janmaat van de TOM: ‘De optie om water per vrachtwagen aan te voeren bleef over, dat is het dan ook geworden’. De TOM koos ervoor om effluent van de naastgelegen Suikerunie-fabriek te benutten. Hier worden van september tot en met januari de aangevoerde bieten verwerkt tot suiker. Een proces waarbij vooral veel water vrijkomt. Dit water kon met een zuivering worden omgezet naar hoogwaardig zoetwater. Probleem bleef echter: waar laat je dit water in de maanden tot het nodig is?

Ondergrondse opslag als essentiële schakel

Zo’n noodzakelijke ‘overbrugging’ van aanbod en vraag in de tijd belemmert steeds vaker efficiënt (her)gebruik van zoet water. Voor de TOM was opslag in bovengrondse bassins de voor de hand liggende oplossing, maar die bracht nadelen mee als hoge kosten (circa 1 euro / m³), veel ruimtebeslag en mogelijke achteruitgang van de waterkwaliteit tijdens zo’n ‘open opslag’: door opwarming, algengroei, atmosferische depositie of zelfs sabotage. Ondertussen waren in pilots in Zuid-Holland succesvolle systemen getest om hemelwater in de ondergrond op te slaan voor de glastuinbouw. Daarbij werden grondwaterputten in diepe zandlagen ingezet via aquifer storage and recovery (ASR). Daarom is binnen TKI Watertechnologie onderzocht of en hoe ASR kon worden toegepast voor het gezuiverde effluent in de ondergrond van Nieuw-Prinsenland.

ASR-puttenveld

In het plangebied is gezocht naar geschikte locaties voor het ASR puttenveld, rekeninghoudend met de bodemopbouw, de grondwaterkwaliteit en omringende infrastructuur. Vervolgens is een volledig geautomiseerde installatie ontworpen en samengesteld, waarmee het aangeboden gezuiverde effluent kan worden ingebracht via het ASR-puttenveld en waarmee het teruggewonnen water bij vraag automatisch aan de tuinders kon worden geleverd. Op de meest geschikte locatie, gelegen in een ecologische verbindingszone, is in 2016 een pilot uitgevoerd met 1 ASR-put, waarbij bijna 10.000 m³ gezuiverd effluent is opgeslagen. Na 6 maanden verblijf in de ondergrond kon dit water succesvol worden teruggewonnen en bleek het het nog altijd van een uitmuntende kwaliteit te zijn.

Goedkoper en kost weinig ruimte

Op basis van de resultaten in het TKI-project heeft de TOM besloten volop te gaan voor ASR. In het najaar van 2016 is nog eens 25.000 m³ gezuiverd effluent opgeslagen, waardoor in het zeer droge voorjaar van 2017 volop water kon worden geleverd aan de reeds gevestigde tuinders. In hetzelfde voorjaar is het puttenveld uitgebreid naar vier ASR-putten om in totaal 100 m³/uur te kunnen gaan leveren in 2018. De kosten voor deze opslagmethode blijven naar verwachting beneden de 0.4 euro/m³ en het ruimtebeslag is nihil gebleken. Voor de TOM werd ASR zodoende een zeer logische en economisch interessante combinatie met waterhergebruik.

 

Uitbreiding van het ASR puttenveld in 2017.

FfoixGqEPnE

 

delen