Nieuws

Zijn milieuvriendelijke gewoonten luxe goederen?

Naar een kader voor sociale klasse en milieuvriendelijke gewoonten in het dagelijkse leven

Is milieubewust gedrag een luxe goed? Dat is de vraag die milieusocioloog Robbe Geerts, onderzoeker aan de Universiteit van Antwerpen en gastonderzoeker bij het team Resillience Management and Governance van KWR de afgelopen vier jaar heeft beziggehouden. Hij verdedigde zijn proefschrift met succes op 24 juni 2024.

Een vuilnisman die zich opwindt over het vele afval, een leraar die ongerust is over de toekomst van kinderen en een dierenartsassistent die zich zorgen maakt over dierenslachtoffers door bosbranden. Het zijn allemaal zorgen van mensen die Robbe Geerts sprak voor zijn onderzoek “Are Environmental Practices Luxury Goods?”. In zijn proefschrift staat de vraag centraal of en welk verband er is tussen sociale klasse en duurzame consumptie, waartoe ook duurzame waterconsumptie behoort.

Verband tussen gedrag en transitie

“Sociale klassen en milieugedrag is een onderwerp dat voortkomt uit mijn brede interesse voor sociale ongelijkheid en milieusociologie’, aldus Robbe Geerts. Zijn onderzoeksveld paste goed bij het onderzoeksgebied van het Team Resillience Management and Governance van KWR en in het bijzonder het thema Klant in het Bedrijfstakonderzoek. Door een onderzoek naar flessenwatergebruik en de acceptatie van waterhergebruik werd het contact tussen universiteit en kennisinstituut een aantal jaar geleden gelegd. “Dit heeft geleid tot diverse onderzoeken, zoals De klant als nabehandelaar, prijspercepties over en waardering van drinkwater , en veranderend waterverbruik,” vertelt Geerts. “Met ons onderzoek willen we steeds begrijpen wat gedrag van mensen drijft en hoe dit past binnen de sociale en maatschappelijke context waarin mensen zich bevinden.”

Robbe Geerts, gastonderzoeker Team Resillience Management and Governance, deed eerder voor KWR onderzoek naar flessenwatergebruik en de acceptatie van waterhergebruik. Hij promoveerde in juni op de vraag of en welk verband er is tussen sociale klasse en duurzame consumptie, waartoe ook duurzame waterconsumptie behoort.

 

Milieubewustzijn en sociale klassen

Ook in zijn promotieonderzoek staat het verband tussen duurzaamheid en gedrag centraal. Over het gedrag van verschillende sociale klassen op het gebied van duurzaamheid bestaan vooroordelen, zo stelt Geerts. “Het beeld dat we hebben over milieubewustzijn is dat dit een onderwerp is voor de middenklasse en hogere klassen. Mensen uit lagere sociale klassen hebben geen tijd en geld om met duurzaamheid bezig te zijn. Ik stel dan de vraag: klopt dat beeld? Ja, sommige mensen maken een bewuste keuze om voeding of kleding met ecolabels te kopen, of zonnepanelen en elektrische auto’s aan te schaffen. En ja, dergelijk ‘milieubewust’ gedrag (d.w.z. gedrag met ecologische intenties) komt het vaakst voor in de hooggeschoolde middenklasse, onder andere omdat er vaak een prijskaartje aan verbonden is.”

Kleinere ecologische voetafdruk

“Maar uit diverse berekeningen blijkt echter dat de ecologische voetafdruk van mensen met een lagere sociaaleconomische status kleiner is. Dit is immers een groep die veel minder consumeert. Zij hebben zij bijvoorbeeld geen zwembad en gaan niet op vliegvakantie. Ze zijn zuinig met water en gaan met de fiets of het OV. Er zijn mensen die in armoede leven en hun huis met kaarsen verlichten, omdat dat energiekosten scheelt. Uit de kwalitatieve interviews (in totaal 28, waaronder een gesprek met een focusgroep) die ik heb gevoerd blijkt dat voor deze groep respondenten vooral het zuinig leven belangrijk is, om financiële redenen, maar ook uit ecologische overtuiging”

Waardering van keuzes

De sociale status van de beschreven levensstijlen verschilt echter. De samenleving waardeert het ecologische bewuste, intentionele en duurzame gedrag van de bovenste lagen van de samenleving een stuk hoger dan de zuinige keuzes van mensen met een smalle beurs. “Men kijkt negatiever naar deze laatste groep. Want hun gedrag komt zogezegd voort uit ‘geen geld en geen mentale ruimte hebben’. Ik vind dat stigmatiserend. Want wie leeft er nu duurzamer?”, aldus Geerts. Hij wil daarom af van de definitie van duurzaam gedrag als een bewuste keuze voor mensen met en hoger inkomen. “Daarmee sluiten we lagere klassen uit. En dat is niet terecht en biedt geen erkenning voor deze groep. Ik zou daar graag het debat over aangaan.”

Omgeving en maatschappelijke waarden

Bovendien vindt Geerts het vanuit de discussie over de waardering van duurzaam gedrag belangrijk om rekening te houden met de maatschappelijke context waarin het plaatsvindt. “Gedrag is namelijk vaak geen individuele keuze, maar wordt beïnvloed door de omgeving en de maatschappelijke context. Neem nu het voorbeeld van watergebruik en waterarmoede. We kunnen mensen wel proberen aansporen om minder water te gebruiken, zeker wanneer ze achterstallige betalingen hebben. Maar mensen moeten ook douchen, gaan naar de WC en hebben een wasmachine. Om aan de sociale norm van hygiëne en schone kleding te voldoen, moet je nu eenmaal technologieën gebruiken die veel water verbruiken. De context legt als het ware op hoeveel water we verbruiken. Niet altijd de individuele keuze.”

Korter douchen

Bij de vraag wat waterbedrijven met deze kennis kunnen, stelt Geerts voor dat zij aandacht moeten besteden aan de verschillende doelgroepen van watergebruikers en meer aandacht besteden aan de context van gedrag. Enerzijds wil dit zeggen dat de situatie en behoeften van verschillende sociale groepen uitelkaar kunnen liggen en dat men hier rekening mee moet houden. Bovendien zijn (beleids)keuzes vaak op maat gemaakt voor de middenklasse en hogere klassen, onder andere omdat de makers van deze keuzes zelf uit deze groepen komen. “Het is daarom noodzakelijk om in gesprek te gaan met meer verschillende doelgroepen, waaronder mensen in armoede, en de middenveldorganisaties die hen vertegenwoordigen. Zij kennen hun situatie en behoeften namelijk het best”. Door met beleidskeuzes in te spelen op gedrag kun je dit veranderen. Dit kan bijvoorbeeld door relatief simpele ingrepen zoals het idee om waterbesparing te bevorderen door tijdens het douchen een liedje af te spelen. Na het liedje moeten mensen dan uit de douche komen. Maar ook fundamentelere transities zijn nodig, zoals de zoektocht naar en het gebruik van alternatieve waterbronnen. Kijk dus met die contextuele bril naar het bevorderen van milieubewust gedrag.”

delen