project

Rol van bodempassage bij verwijdering van OMV’s

Bij infiltratie van oppervlaktewater in de duinen en langs rivieroevers kunnen natuurlijke processen in de bodem zorgen voor een verwijdering van organische microverontreinigingen. Bij oppervlaktewaterinfiltratiesystemen wordt de bodem door drinkwaterbedrijven echter regelmatig gereinigd om dichtslibbing te voorkomen. Het is de vraag in welke mate deze ingreep positieve of negatieve effecten heeft op de genoemde zuivering.

Bijkomend voordeel van bodempassagesystemen

Hoewel bodempassagesystemen zoals duininfiltratie en oeverinfiltratie niet zijn ontworpen om diverse organische microverontreinigingen (OMV’s) te verwijderen, blijken zij hiertoe zeer goed in staat. Steeds meer waterleidingbedrijven krijgen aandacht voor dit bijkomend voordeel. Door optimalisatie van de bodempassage kan hiermee een reductie van de belasting van OMV’s op de bovengrondse zuivering worden nagestreefd. Dit leidt tot de vraag welke OMV’s in de sliblaag en oever worden verwijderd en welke rol het bodemslib hierin speelt, inclusief de wisselwerking met micro-organismen en de hydrogeochemische omstandigheden. Over het algemeen bevat het slib veel organische stof, wat resulteert in meer gereduceerde redoxcondities maar ook in een toename van de sorptiecapaciteit voor bepaalde OMV’s. Daarom kan het wegnemen van de sliblaag leiden tot een betere verwijdering van OMV’s die onder zuurstofrijke condities worden afgebroken, maar mogelijk ook tot minder sorptie van bepaalde OMV’s.

Inzicht in onderliggende verwijderingsmechanismes

Primaire doelstelling van dit BTO-onderzoeksproject is beter zicht te krijgen op de onderliggende verwijderingsmechanismes van OMV’s door sorptie en/of biodegradatie tijdens bodempassage in duininfiltratie en oeverinfiltratie. Daarnaast biedt het onderzoek inzicht in de microbiële populatie van beide systemen. Gekeken wordt naar de verschillen en/of overeenkomsten in microbiële populatie, evenals naar de ontwikkeling van de microbiële populatie tijdens bodempassage. Tot slot wordt bepaald of de geïdentificeerde bacteriën in verband kunnen worden gebracht met de biologische omzetting van OMV’s. Hiermee kan mogelijk worden opgehelderd waarom in deze systemen bepaalde stoffen (pyrazool, metformine/guanylureum) wel of niet worden afgebroken.

Na opheldering komen maatregelen

Wanneer het mechanisme van verwijdering van MVO’s is opgehelderd, ontstaat de mogelijkheid om maatregelen te bedenken die deze processen bevorderen.  Als het onderzoek erin slaagt om de bacteriën die hierin een rol spelen te identificeren, kunnen deze hiervoor worden ingezet.