project

Sociaal-maatschappelijke inpassing collectieve warmtesystemen

In het Klimaatakkoord (2019) zijn plannen opgenomen voor verduurzaming van de gebouwde omgeving. Hierbij is de uitrol van warmtenetten een belangrijke strategie. Het is een grote uitdaging om de transitie van aardgas naar collectieve warmtesystemen zo vorm te geven dat deze breed wordt gedragen in de samenleving. Zowel de acceptatie van warmtenetten door bewoners is hierbij van belang, als wel het opstellen van gedragen samenwerkings- en financieringsmodellen voor deze infrastructuur en het opstellen van keuzetools om de aanleg en opschaling van warmtenetten op te kunnen baseren.

O.a. deze vragen omtrent de maatschappelijke inpassing van collectieve warmtenetten staan centraal in WarmingUp thema 6. KWR is betrokken bij 3 van de vier deelprojecten binnen dit thema en werkt hierin nauw samen met onderzoekers van TNO, Deltares, Erasmus Universiteit Rotterdam, Saxion Hogeschool en de Universiteit Utrecht.

Hierin werkt KWR aan de volgende activiteiten:

  1. Project 6A: Het ontwikkelen van handelingsperspectieven voor gemeenten, woningcorporaties en warmtebedrijven hoe zij de acceptatie van collectieve warmtenetten door bewoners kunnen vergroten.
  2. Project 6B: Ontwikkelen en testen van innovatieve samenwerkings- en financieringsmodellen tussen verschillende betrokkenen in de warmteketen (van productie, distributie, tot gebruik).
  3. Project 6C: Ontwikkelen van tools die een gemeente helpen de keuze voor een collectief warmtenet in een aardgasvrije wijk te onderbouwen, inclusief opschalingsroutes en meekoppelkansen met de aanleg van andere infrastructuur.

Handelingsperspectieven voor het vergroten van de acceptatie

De acceptatie van een overstap op aardgasvrij of een collectief warmtenet door bewoners is geen gegeven en lijkt een grote uitdaging. In project A – motivaties en behoeften van thema 6 is acceptatie van warmtenetten door bewoners onderzocht aan de hand van twee kernvragen: acceptatie van wat en door wie? Aan de hand van deze vragen kunnen drie niveaus onderscheiden worden:

  1. Sociopolitieke acceptie
    Acceptatie van wat? De acceptatie van de maatschappelijke ambities en ontwikkelingen op het gebied van aardgasvrij en warmtenetten. Acceptatie door wie? De bewoner heeft hierin de rol van burger in de maatschappij.
  2. Procesacceptatie
    Acceptatie van wat? De acceptatie van de inrichting van het proces om een aardgasvrije oplossing te kiezen voor een wijk of woning. Acceptatie door wie? De bewoner in de rol van wijkbewoner.
  3. Productacceptatie
    Acceptatie van wat? De acceptatie van de aanpassingen die de nieuwe manier van verwarmen meebrengt in de eigen woning of leefsfeer. Acceptatie door wie? De bewoner als eindgebruiker van het warmtenet

De drie niveaus van acceptatie: sociopolitiek, proces- en productacceptatie.

 

Deze niveaus van acceptatie zijn getoetst onder bewoners in een landelijke vragenlijst en focusgroepen (najaar 2020). Aan de hand hiervan is de huidige acceptatie van warmtenetten en aardgasvrij generiek in kaart gebracht. Dit is verder uitgewerkt aan de hand van de verdere analyse van doelgroepen, waarbij er onderscheid gemaakt wordt tussen bewoners op basis van type woning (huur of koop), leeftijd, opleidingsniveau en subjectieve waardeoriëntatie.

Deze inzichten in de factoren die bijdragen aan een hogere of lagere acceptatie voor de hierboven genoemde niveaus worden in de zomer van 2021 verder uitgewerkt in concept handelingsperspectieven voor partijen betrokken bij de ontwikkeling van collectieve warmtenetten. Deze handelingsperspectieven worden in 2022 getoetst in praktijkcasussen, zowel evaluatief als toetsend.

KWR is trekker van project 6A en werkt hierin samen met onderzoekers vanuit TNO en Saxion Hogeschool.

Ontwikkeling innovatieve arrangementen

In de warmtetransitie verwachten we een pluriformiteit aan mogelijke arrangementen rondom lokale warmtenetten. Onder een arrangement verstaan we de manier waarop het warmteproject is georganiseerd. Dat vatten we breed op: het gaat daarbij om bijvoorbeeld de wijze van beslissen, de rolverdeling tussen partijen en de financiering. We weten nog onvoldoende over arrangementen die voor de warmtevoorziening van de toekomst nodig zijn. Zijn bestaande ketensamenwerkingen het meest effectief? Of zijn nieuwe samenwerkingsmodellen nodig? In project 6B- Lokale arrangementen worden mogelijke arrangementen voor lokale collectieve warmtevoorzieningen onderzocht en ontworpen. Op basis van succes- en verbeterpunten worden verschillende typen arrangementen geëvalueerd en innovatieve arrangementen ontworpen. De kennis wordt verzameld in een handboek dat gemeenten en warmte-initiatieven moet helpen om de samenwerking vorm te geven.

KWR werkt in dit project samen met de Erasmus Universiteit Rotterdam, Deltares, Universiteit Utrecht en TNO.

Gedragen keuzes en opschalingsroutes

In 10 jaar tijd zullen we ca. 750.000 woningen moeten aansluiten op collectieve warmtesystemen. Deze opschaling vraagt een enorme (publieke) investering. Dit project wil voorkomen dat er wordt geïnvesteerd in suboptimale opschalingsroutes, die de maatschappij meer geld kosten dan nodig. Maar hoe kunnen we dat nu plannen? En hoe kunnen we zo efficiënt en slim mogelijk deze opschaling vormgeven? In project 6C – Gedragen keuzes en opschalingsroutes worden warmtevisies geëvalueerd en analyseert: wat zijn de opties en onzekerheden? Er wordt op basis hiervan gewerkt aan een instrumentarium dat gemeenten en adviesbureaus kan ondersteunen bij het ontwikkelen van gedragen lange termijn strategieën ten behoeve van Transitievisies warmte.

KWR werkt in dit project samen met Deltares, TNO en Saxion Hogeschool.